Artikel 2 Van 2

Moiren - Moira - Faten - Parcen - Manat - Schikgodinnen - Spinsters - Lotsgodinnen - Toewijzers

Artikelnummer: VERHALEN 001

De Moiren werden voorgesteld als drie oude vrouwen, die voor het lot van elk individu een draad sponnen. Wanneer de Moiren besloten dat het uur had geslagen, verschenen de kwaadaardige Keres. Deze vrouwelijke geesten met hun vlijmscherpe klauwen en bloederige mantels gaven de genadeslag en begeleidden het slachtoffer naar het rijk der schimmen.

Bron: Encyclopedie van Mythen en Legenden, Arthur Cotterell.

De schikgodinnen in de Griekse mythologie zijn:

  • Klotho (“de spinster”, die de levensdraad spon)
  • Lachesis (“de verdeelster”, die de draad afmat en aldus besliste hoelang iemand nog te leven had)
  • Atropos (“de onafwendbare”, die iemands draad afknipte als zijn tijd gekomen was)

De drie zussen stellen bij de geboorte van elk mens vast met welke voor- en tegenspoed ze tijdens hun leven te maken krijgen in de vorm van een levensdraad die wordt gesponnen. Ze schenken aan ieder vergrijp van de mensen aandacht, maar ook die van de Goden, en kan zelfs Zeus hun oordeel niet beïnvloeden. Ze bepalen het verloop van de dingen die gebeuren op aarde en in de hemel, en zijn in feite machtiger dan Zeus.

Geleidelijk wordt de rol van Moiren in de Griekse mythologie belangrijker, hoewel de reikwijdte van hun gezag geenszins duidelijk is.

Lees het hele artikelen op deze website http://grieksemythologie.net/namen/mero/moiren.html

Romeinen

In de Romeinse mythologie is het derivaat van de Griekse vorm Fates bekend onder de naam Fatae of Parcae. Ook hier was er aanvankelijk sprake van een enkelvoudige godin, Fata. De naam is afgeleid van het Latijnse woord voor lot, fatum. Via profetessen werden de godsoordelen maar ook voorspellingen van de godinnen aan mensen overgebracht. Als Parcae was hun taak meer het toedelen van het lot.

Albanië

Verwant aan deze fatae zijn de Fatit, de geboortefeeën uit de Zuid Albanese sprookjeswereld die de nieuwgeborene op de derde dag na de geboorte kwamen bezoeken om diens toekomst uit te spreken. Ook een thema én de oorsprong van het woord zelf als de (wens)fee die onder meer optreedt in Europese sprookjes als Doornroosje.

Noordse mythologie

De Noordse mythologie kent de Nornen die in het Oudnoords Nornir genoemd worden. Zij waren drie zusters en kinderen van de reus Norvi. In de Edda worden ze als volgt genoemd:

  • Urd (ons "oer" in de betekenis van lot of aarde)
  • Verdandi of Werdandi (de essentie of het wezen of het zijn)
  • Skuld (behoefte) genoemd.

Ze komen onder meer voor in het Lied van de Wolwa in de Edda en verschijnen als vrouwen uit Jotungheim. De oudste was Urd, die het verleden beschouwde, Verdandi was jong en ging over het handelen in het heden en Skuld was degene die de toekomst kon onthullen. Skuld droeg een sluier en een ongeopende boekrol (de toekomst). Urd en Verdandi sneden runen over heden en verleden. Ze woonden in een grot aan de voet van de eeuwige boom de Yggdrasil gelegen aan de Urdarbron. De Nornen besprenkelden deze boom dagelijks met water uit deze bron. Hier beschikten de Nornen over de levens van de mensen en gaven raad aan mensen en goden.

De betekenis van het woord norn is niet zeker, maar mogelijk is er een verwantschap met nyrna wat in het oud-Zweeds "in het geheim informeren" betekent. Ook de Nornen spinnen een levensdraad voor elk mens en zijn verantwoordelijk voor het begin van het leven, het verloop en het beëindigen ervan.

Arabische landen

De Arabieren kennen de lotsgodin Manat. Ze was in het pre-islamistische Arabië een van de drie hoofdgodinnen die in Mekka vereerd werden. Ze was een van de oudste "drie dochters van God" en stond ook bekend onder de naam Manawat bij de Nabateers uit de stad Petra en was getrouwd met de god Hubal. In de Koran is ze te vinden in Soera 53:20. Ze was een godin waaraan geofferd werd en die vereerd werd als bepaler van het lot door de inwoners van Medina en Mekka en omstreken. Naar haar tempel in Mekka ondernamen mannen met geschoren hoofd bedevaarten.

Lees ook: The Tripple Goddesses. The Goddesses Al-Uzza, Al-Lat and Menat formed a triad in pre-Islamic Arabia. They were widely worshipped: from Nabatean Petra in the North to the legendary Kingdoms of Arabia Felix in the South, including Saba, the Biblical Sheba; as far east as Iran and Palmyra; and the three of them were very popular Goddesses in Mecca at the time of Mohammed. From left they are: Al-Uzza, whose name means "The Mighty One", the Goddess of the Morning Star; Al-Lat, the Mother, whose name means simply "The Goddess", as Al-Lah simply means "The God"; and Manat, Crone-goddess of Fate or Time. Sometimes the three of them are referred to as the daughters of Al-Lah; sometimes Manat and Al-Lat are considered daughters of Al-Uzza.

Bron: wikipedia

 

© 2015 - 2024 Pearls and Roses | sitemap | rss | webwinkel beginnen - powered by Mijnwebwinkel